Beschermkappen of andere inrichtingen die met name ter bescherming tegen bewegende delen op het hulpmiddel zijn aangebracht, moeten stevig bevestigd zijn en mogen niet de toegang voor de normale bediening van het hulpmiddel beperken of het door de fabrikant voorgeschreven routineonderhoud van het hulpmiddel belemmeren.
Any guards or other means included with the device to provide protection, in particular against moving parts, must be secure and must not interfere with access for the normal operation of the device, or restrict routine maintenance of the device as intended by the manufacturer.