Ter ondersteuning wordt, verwijzend naar de RSV-uitspraak (5) van het Hof, naar voren gebracht dat de bescherming van gewettigd vertrouwen van de begunstigden van de steun het eventueel terugvragen van de steun in de weg zou staan. De Commissie zou immers reeds op 29 augustus 2001 op de hoogte zijn geweest van de steunmaatregel, maar zag vervolgens pas op 20 april 2005 een aanleiding om, door middel van een verzoek om informatie, een procedure aan te spannen op grond van de subsidieaspecten van deze maatregel. Verder zou een aanzienlijk aantal ondernemingen bij terugvordering van de vergoedingen failliet dreigen te gaan.
In the alternative, with reference to the RSV judgment (5) of the European Court of Justice it was argued that protecting the legitimate expectations of the beneficiaries precluded any recovery of the aid, since the Commission already knew about the aid on 29 August 2001 but did not make it the subject of an investigation procedure until 20 April 2005 when it requested information. Moreover, in the event of recovery, a large number of undertakings risked becoming insolvent.
