Indien de Commissie in derde landen die met de Gemeenschap gelijkwaardigheidsovereenkomsten hebben gesloten, na een onderzoek bij de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land, tot de conclusie komt dat die autoriteiten de verplichtingen en garanties als vervat in de in artikel 29, lid 1, bedoelde plannen niet zijn nagekomen, schort zij volgens de regelgevingsprocedure van artikel 33, lid 2, de genoemde overeenkomsten voor de in het geding zijnde dieren en producten op, totdat genoemd derde land het bewijs heeft geleverd dat er een eind is gemaakt aan de nalatigheden. De opschorting wordt volgens dezelfde procedure gemeld”.
If, in cases involving third countries which have concluded equivalence agreements with the Community, the Commission, after making enquiries of the competent authorities of the third countries concerned, concludes that they have failed to fulfil their obligations and the guarantees given by the plans referred to in Article 29(1), it shall cease to allow the country concerned, under the regulatory procedure referred to in Article 33(2), to benefit from the said agreements for the animals and products in question until that third country has made good its shortcomings.