Wanneer redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat het dier vroeger seronegatief was, wordt de opsporing van seroconversie verricht met twee of meer gepaarde monsters die met een tussenpoos van ten minste vijf dagen, wanneer het gaat om structurele proteïnen, en ten minste 21 dagen, wanneer het gaat om niet-structurele proteïnen, bij dezelfde dieren zijn genomen;
Where a previously seronegative status cannot be reasonably expected, this detection of seroconversion is to be carried out in paired samples collected from the same animals on two or more occasions at least 5 days apart, in the case of structural proteins, and at least 21 days apart, in the case of non-structural proteins.