3. wijst erop dat elk besluit over de uiteindelijke status van Zuid-Ossetië en Abchazië moet steunen op de naleving van de grondbeginselen van het volkenrecht met inbegrip van de Slotakte van 1975 van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (Slotakte van Helsinki), met name voor wat betreft de terugkeer van vluchtelingen en de eerbiediging van hun eigendommen, alsook de waarborging en eerbiediging van de rechten van minderheden;
3. Points out that any decision on the final status of South Ossetia and Abkhazia must be conditional on compliance with the basic principles of international law, including the 1975 Final Act of the Conference on Security and Cooperation in Europe (Helsinki Final Act), with regard, in particular, to the return of refugees and respect for their property and guarantees of, and respect for, minority rights;