3. De lidstaten wijzen de instanties aan die bevoegd zijn voor het vaststellen van de specifieke voorwaarden waaronder spuiten vanuit de lucht mag worden uitgevoerd, en zij maken bekend voor welke gewassen, gebieden, omstandigheden en specifieke toepassingsbehoeften, alsmede onder welke weersomstandigheden, spuiten vanuit de lucht kan worden toegestaan.
3. Member States shall designate the authorities competent for establishing the specific conditions by which aerial spraying may be carried out and make public information on crops, areas, circumstances and particular requirements for application including weather conditions where aerial spraying may be allowed.