Ook werd het toen wegens het feit dat onder een gemeenschappelijke marktordening vallende producten die werden ingevoerd uit derde landen, op bepaalde voorwaarden onder het stelsel van douane-entrepots of van vrije zones konden worden gebracht waarbij de inning van de invoerrechten werd opgeschort, nodig geacht te voorzien in de mogelijkheid om een bedrag gelijk aan de uitvoerrestitutie te betalen zodra communautaire producten of goederen die bestemd waren voor uitvoer, onder een dergelijk stelsel werden gebracht.
At that time it was also considered necessary to provide for the possibility that when products covered by a common market organisation and imported from third countries could, under certain conditions, be brought under a customs warehousing or a free zone procedure, whereby collection of the import duties was suspended, to introduce a provision made for payment of an amount equal to the export refund as soon as Community products or goods intended for export were brought under such a procedure.