Wat tenslotte de productiesectoren betreft, kan worden geconstateerd dat de geleverde inspanningen hebben bijgedragen tot een hogere productiviteit van de bedrijven en tot een betere aanpassing van het aanbod aan de plaatselijke afzetmogelijkheden en de uitvoermogelijkheden. Met name is dit het geval bij de landbouw en de levensmiddelenindustrie: aanzienlijke financiële middelen zijn besteed aan modernisering van de traditionele productietakken (bananen, suikerriet, suiker, rum) zodat het voortbestaan ervan is gegarandeerd, maar ook aan diversificatie die bijdraagt tot een betere zelfvoorziening van de plaatselijke markt.
The work carried out in the productive sectors has helped boost productivity and has brought supply into line with outlets both locally and on export markets; this is particularly true of agriculture and agri-foodstuffs, where considerable sums of money have been spent on modernising traditional industries (bananas, sugar cane, sugar and rum), both to keep them in existence and to achieve the diversification which helps improve the self-sufficiency of the local market.