30. benadrukt dat de beschikbaarheid van een passende hoeveelheid hoogopgeleiden een van de randvoorwaarden is voor een concurrerende Europese ruimtevaartindustrie; roept derhalve alle betrokkenen op de samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven te versterken en jong talent, met name vrouwen, aan te moedigen deze studierichting te kiezen (bijv. door nationale afstudeerprogramma's en opleidingen op te zetten, alsmede onderzoekscompetities voor Europese en niet-Europese onderzoekers); stelt daarnaast vast dat er ook talent uit derde landen moet worden aangeworven (met inbegrip van het terughalen van Europees talent);
30. Stresses that a suitable pool of highly skilled employees is key to a competitive European space industry; calls therefore on all parties concerned to step up cooperation between universities and industry and to encourage young talent, in particular female talent, to commit to this sector (e.g. by establishing national graduate programmes and training schemes as well as competitions for European and non-European researchers); observes furthermore that the acquisition of talent from third countries (including by attracting back European talent) is indispensable;