2. Met betrekking tot het agrarisch bodemgebruik bevorderen de lidstaten teeltkeuzes en bebossingsmethoden en -programma's die een gunstig effect hebben op in de bodem aanwezig organisch materiaal en op de vruchtbaarheid van de bodem en waardoor aardverschuivingen en woestijnvorming kunnen worden tegengegaan.
2. As regards the agricultural use of soil, Member States shall encourage the choice of crops and afforestation methods or programmes which have a beneficial effect on soil organic matter and soil fertility and which can prevent landslides and desertification.