De laatste zin van artikel 11, lid 2, van de voorgestelde verordening, waarin wordt bepaald dat een vertaling niet nodig is indien de veronderstelde inbreukmaker de tekst kan begrijpen, moet voorkomen dat de geadresseerde misbruik maakt van zijn recht op een bepaalde vertaling. Niettemin ligt de bewijslast ook in dat geval bij de eiser.
The last sentence of Article 11(2) of the proposed Regulation, which provides that no translation shall be necessary if the suspected infringer understands the text, is intended to ensure that the addressee does not misuse his right to a particular language. In this case, too, the burden of proof nevertheless rests with the applicant.