2. Uiterlijk op de derde werkdag nadat hij een verklaring overeenkomstig artikel 25 heeft ontvangen waaruit blijkt dat het bedrag waarop beslag is gelegd te hoog is, dient de schuldeiser op de snelst mogelijke wijze en met behulp van het formulier dat door middel van volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure aangenomen uitvoeringshandelingen is vastgesteld voor het verzoek om vrijgave van het teveel waarop beslag is gelegd, bij de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging waar op het teveel beslag is gelegd, een verzoek tot vrijgave in.
2. By the end of the third working day following receipt of any declaration pursuant to Article 25 showing such over-preservation, the creditor shall, by the swiftest possible means and using the form for requesting the release of over-preserved amounts, established by means of implementing acts adopted in accordance with the advisory procedure referred to in Article 52(2), submit a request for the release to the competent authority of the Member State of enforcement in which the over-preservation has occurred.