43. neemt kennis van het voorstel van het Bureau om 2,5 miljoen EUR op te nemen voor het Huis van de Europese Geschiedenis, in verband met onderzoeken als gevolg van de resultaten van de architectuurwedstrijd die momenteel wordt geëvalueerd; herhaalt zijn verzoek va
n vorig jaar om een duidelijk overzicht van de geplande kosten voor het gehele project, met inbegrip van de administratieve kosten, en wel uiterlijk bij de opstelling van het voorontwerp van raming voor de begrotingsprocedure 2011; herinnert ook aan het akkoord met het Bureau uit het voorover
leg in 2009; wijst erop ...[+++] dat het verslag van het comité van deskundigen van het Huis van de Europese Geschiedenis 11 punten bevat die verdere kosten meebrengen: (1)„een academisch adviesorgaan bestaande uit deskundigen en museumspecialisten”, (2)„institutionele onafhankelijkheid van de instelling”, (3)„uitgebreid museumpedagogisch aanbod”, (3)„ontmoetingsplaats voor jonge academici”, (5)„permanente evaluatie”, (6)„tijdelijke exposities en reizende tentoonstelling”, (7)„relevante evenementen met betrekking tot Europa”, (8)„eigen publicaties”, (9)„uitgebreid online aanbod”, (10)„opzetten van een eigen museumcollectie”, (11)„voortdurende organisatie van tentoonstellingen en infrastructuur van het museum”; benadrukt derhalve dat met spoed moet worden vastgesteld hoeveel het project in totaal gaat kosten; 43. Takes note of the Bureau's proposal to enter EUR
2,5 million for the House of European History, concerning studies following the results of the architect's competition currently under evaluation; recalls its request from last year to receive a clear overview of the costs envisaged for the project as a whole, including administrative costs, at the latest at the stage of the Preliminary draft estimates for the 2011 budget procedure; also recalls the agreement with the Bureau from the pre-conciliation meeting in 2009; highlights that the report of the Committee of experts to the House of European History lists 11 points, which entail
...[+++] further costs: (1)‘academic advisor composed of experts and museum specialists’, (2)‘institutional independence of the institution’, (3)‘extensive museum-pedagogic offers’, (3)‘meeting place for young academics’, (5)‘permanent evaluation’, (6)‘temporary exhibit and travelling exhibition’, (7)‘relevant events with a European reference’, (8)‘own publications’, (9)‘extensive on-line offers’, (10)‘Creation of an own museums collection’, (11)‘continuous development of exhibitions and the infrastructure of the museum’; therefore stresses that the global cost of this project must be identified as a matter of urgency;