1. De controleapparaten moeten zodanig in de voertuigen worden geïnstalleerd dat enerzijds de bestuurder gemakkelijk vanaf zijn zitplaats de aanwijsinrichting voor de snelheid, de totaalteller en het uurwerk kan controleren en anderzijds alle elementen ervan, met inbegrip van de overbrengingsorganen, zijn beschermd tegen toevallige beschadiging.
1. Recording equipment must be positioned in the vehicle in such a way that the driver has a clear view from his seat of the speedometer, distance recorder and clock while at the same time all parts of those instruments, including driving parts, are protected against accidental damage.