5. Naast de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde beoordelingen worden metingen op een zich op zekere afstand van belangrijke bronnen van luchtverontreiniging bevindende achtergrondlocaties op het platteland uitgevoerd, die ten minste gegevens moeten opleveren over de totale massaconcentratie en de concentraties van de chemische samenstellingen van fijne zwevende deeltjes (PM) in termen van het jaargemiddelde, en die worden uitgevoerd overeenkomstig de volgende criteria:
5. In addition to the assessments referred to in paragraphs 2, 3 and 4, measurements shall be made, at rural background locations away from significant sources of air pollution, for the purposes of providing, as a minimum, information on the total mass concentration and the chemical speciation concentrations of fine particulate matter (PM) on an annual average basis and shall be conducted using the following criteria: