110. onderstreept dat de EU, met het oog op de naleving van haar internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten en gelet op de aard van de overeenkomsten en de eigen situatie van elk partne
rland, systematisch clausules betreffende de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten alsmede de sociale en milieurechten moet invoeren; is van oordeel dat deze clausules de Commissie in de gelegenheid moeten stellen, althans tijdelijk, de handelsvoordelen op te heffen, inclusief die welke voortvloeien uit vrijhandelsovereenkomsten, indien voldoende is bewezen dat er sprake is van schending van de mensenrechten, met inbegrip va
...[+++]n het arbeidsrecht, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een lidstaat of het Europees Parlement; is van mening dat de EU in ieder geval duidelijk moet aangeven welke passende sancties kunnen worden toegepast op derde landen die zich schuldig maken aan ernstige schendingen van de mensenrechten, en deze sancties ook echt ten uitvoer moet leggen; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie en de Raad en met name aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid om de mensenrechtenclausule in de vigerende internationale overeenkomsten effectief te maken en te voorzien in een mechanisme voor de daadwerkelijke toepassing van deze clausule in de geest van de artikelen 8, 9 en 96 van de Overeenkomst van Cotonou; 110. Stresses that, with a view to fulfilling its international human rights commitments, the EU should include, taking account of the nature of the agreements and the situation specific to each partner
country, systematic clauses relating to democracy, the rule of law and human rights, as well as social and environmental standards; considers that these clauses should allow the Commission to suspend at least temporarily trade advantages, including those stemming from free trade agreements, if sufficient evidence of human rights – including labour rights – violations is found, either on its own initiative or at the request of a Member St
...[+++]ate or the European Parliament; considers that, at all events, the EU should clearly indicate the appropriate penalties which could be applied to non-EU countries that commit serious human rights violations, and should apply them; reiterates yet again its call for the Commission, the Council and, in particular the HR/VP of the Commission, to render effective the human rights clauses in the international agreements in force and consequently to establish a procedure for effective implementation of these clauses in the spirit of Articles 8, 9 and 96 of the Cotonou Agreement;