8. benadrukt dat de duurzaamheid van de katoensector afhangt van de producenten, handelaren, leveranciers van benodigdheden, textielproducenten, detailhandelaren, merken, regeringen, maatschappelijk middenveld en consumenten die bij de sector zijn betrokken; wijst erop dat regelingen voor eerlijke handel voorzien in nauwere samenwerking tussen consumenten en producenten, o.a. in de katoensector, en wenst dat hun deskundigheid en goede praktijken door de Commissie worden geëvalueerd;
8. Emphasises that the sustainability of the cotton sector depends on producers, traders, input suppliers, textile manufacturers, retailers, brands, governments, civil society and consumers; points out that fair trade schemes provide for closer cooperation between consumers and producers, inter alia in the cotton sector, whose expertise and best practices should be evaluated by the Commission;