Hoewel radioactief afval, voor zover dit verenigbaar is met de veiligheid van het beheer van dergelijk materiaal, definitief opgeborgen moet worden in de staat waar het is ontstaan, wordt erkend dat de lidstaten overeenkomsten dienen te bevorderen met het oog op het vergemakkelijken van een veilig en efficiënt beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof van lidstaten die dit in kleine hoeveelheden produceren of wanneer het aanleggen van geschikte faciliteiten vanuit stralingsbeschermingsstandpunt niet verantwoord zou zijn.
While radioactive waste should, as far as is compatible with the safe management of such material, be disposed of in the State in which it was generated it is recognized that Member States should promote agreements between themselves in order to facilitate the safe and efficient management of radioactive waste or spent fuel from Member States that produced it in small quantities and where the establishment of appropriate facilities would not be justified from a radiological point of view.