1 bis. De in artikel 2, lid 1, punt 3), onder a), b) en d) bedoelde personen informeren de fie en/of de passende zelfregulerende instantie van het desbetreffende beroep, zoals vastgesteld in artikel 33, lid 1, wanneer zij vermoeden of goede redenen hebben om te vermoeden dat hun diensten worden misbruikt voor criminele activiteiten.
1a. The persons referred to in Article 2(1)(3)(a), (b), and (d), shall inform the FIU and / or the appropriate self-regulatory body of the profession concerned, as detailed in Article 33(1), if they suspect, or have reasonable grounds to suspect that their services are being misused for the purpose of criminal activity.