In het bijzonder, indien een p
ersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in de lijst in bijlage I omdat hij of zij tot een van de in artikel 27, lid 2, of
artikel 28, lid 2, vervatte categorieën van personen, entiteiten of lichamen behoort, kan de persoon, de entiteit of het lichaam bewijs overleggen en opmerkingen indienen over waarom hij of zij van mening is dat, hoewel hij of zij onder een dergelijke categorie
valt, zijn of haar opneming in de lijst ...[+++]niet gerechtvaardigd is”.
In particular, where a person, entity or body is listed in Annex I on the basis that they fall within one of the categories of persons, entities or bodies set out in Articles 27(2) and 28(2), the person, entity or body may present evidence and observations as to why, although they fall within such a category, they consider that their designation is not justified’.