17. betreurt evenwel de verlaging van de kredieten voor grote infrastructuurprojecten, Horizon 2020 en COSME, alsook de trager
e voortgang van CEF vervoer als gevolg van de herindeling in het EFSI; herinnert eraan dat het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor
het EFSI zou hebben geleid tot een besnoeiing van 170 miljoen EUR voor Horizon 2020 in 2016 ten opzichte van 2015, en dat daarmee een tegenstrijdig signaal zou zijn gegeven voor een programma dat op ruime schaal wordt erkend als een prioritair vlaggenschip in het kader v
...[+++]an het huidige MFK; betreurt het domino-effect op de financiering van onderzoek, met name op het gebied van energie, kmo's, klimaat en milieu, sociale wetenschappen en maatschappelijke wetenschappen; verbindt zich ertoe de voorgestelde verlagingen voor deze programma's verder te compenseren via verhogingen in de loop van de begrotingsprocedure door gebruik te maken van de nog beschikbare marge van 200 miljoen EUR onder het maximum voor rubriek 1a; onderstreept dat middelen voor investeringen, onderzoek, ontwikkeling en innovatie bij uitstek moeten worden ingezet op gebieden waar de grootste toegevoegde waarde kan worden gecreëerd, zoals verbetering van de energie-efficiëntie, ICT, subsidie voor fundamenteel onderzoek alsmede technologie voor koolstofarme en hernieuwbare energie; 17. Regrets, however, the reductions in appropriations for large infrastructure projects, Horizon 2020 and COSME, as well as the slower progression of CEF Transport owing to the redeployment to EFSI; recalls that the Commission’s initial proposal on EFSI would have resulted in a cut of EUR 170 million for Horizon 2020 in 2016 as compared to 2015, thus giving a contradictory signal on a programme widely recognised as
a flagship priority under the current MFF; deplores the knock-on effects on research funding, including in the areas of Energy, SMEs, Climate and Environment, Social Sciences and Science in Society; commits to seeking to f
...[+++]urther compensate for the proposed decreases in these programmes by means of reinforcements during the budgetary procedure through the use of the EUR 200 million margin still available below the ceiling for heading 1a; stresses that funding for investment, research, development and innovation should be focused on areas in which the greatest added value can be achieved, such as improving energy efficiency, ICT, grants for basic research, and low-carbon and renewable energy technologies;