24. stelt vast dat de kleinste landbouwondernemingen in ontwikkelde economieën een andere functie krijgen; zij stappen over van bevrediging van de behoefte aan calorieën en inkomsten naar bevrediging van de behoefte aan vrije tijd, schoonheid, ontspanning en vrijetijdsbestedingen zoals o.m. de verzorging van boomgaarden, paarden voor vrijetijds- en sportdoelen;
24. Notes that the smallest farms in developed economies are acquiring a different function in that they switch from satisfying the need for calories and income to meeting the need for recreation, beauty, relaxation and hobbies such as gardening, horse-riding etc.;