De schapen worden gedurende 3-5 maanden bijgevoederd met voornamelijk graan, vlinderbloemigen, groente, stro, klaver en oliezaadproducten die hoofdzakelijk binnen het afgebakende gebied worden geproduceerd, alsmede met vitamines en sporenelementen.
Complimentary feedingstuffs (mostly cereals, legumes, vegetables, straw, clover and oilseed products) produced mainly in the defined geographical area, as well as vitamins and minerals, are given for 3-5 months.