De bevoegde instanties moeten ervan afzien verdachten of beklaagden, in de rechtszaal of in het openbaar, als schuldig te doen voorkomen door vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken, zoals handboeien, glazen cellen, kooien en enkelbanden, tenzij het gebruik van dergelijke middelen in de voorliggende zaak is vereist om redenen die verband houden met de veiligheid, waaronder het voorkomen dat verdachten of beklaagden zichzelf of anderen schade berokkenen of materiële schade aanrichten, dan wel met het voorkomen dat verdachten of beklaagden ontsnappen of contacten hebben met derden, zoals getuigen of slachtoffers.
The competent authorities should abstain from presenting suspects or accused persons as being guilty, in court or in public, through the use of measures of physical restraint, such as handcuffs, glass boxes, cages and leg irons, unless the use of such measures is required for case-specific reasons, either relating to security, including to prevent suspects or accused persons from harming themselves or others or from damaging any property, or relating to the prevention of suspects or accused persons from absconding or from having contact with third persons, such as witnesses or victims.