Zij probeert dan ook aan te tonen dat de voorgestelde richtlijn niet alleen betrekking heeft op de gezondheid en de veiligh
eid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en
tijdens de lactatie, zoals vermeld in de titel, maar ook
op de regels inzake zwangerschapsverlof, met name de duur ervan en de doorbetaling van het loon, en de rechten en verplichtingen van vrouwen die zwangerschapsverlof nemen of na afloop daarvan terugk
...[+++]eren, die volgens haar ook intrinsiek verbonden zijn met de toepassing van het in artikel 157, lid 3, vastgelegde beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van vrouwen en mannen. Dit komt tot uiting in overweging 3 van de voorgestelde richtlijn, waar de aanvullende rechtsgrondslag als volgt wordt gemotiveerd: "Aangezien deze richtlijn niet alleen betrekking heeft op de gezondheid en veiligheid van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie, maar ook intrinsiek betrekking heeft op kwesties van gelijke behandeling, zoals het recht om naar haar baan of naar een vergelijkbare functie terug te keren, de bepalingen inzake ontslag en rechten verbonden aan de arbeidsovereenkomst of inzake betere financiële ondersteuning gedurende het verlof, vormen de artikelen 153 en 157 gezamenlijk de rechtsgrondslag voor deze richtlijn".
This is reflected in recital 2 of the proposed directive, which justifies the additional legal basis in the following terms: “Since this Directive addresses not only the health and safety of workers who are pregnant, or have recently given birth or are breastfeeding, but also, inherently, issues of equal treatment, such as the right to return to the same or an equivalent working place, the rules on dismissal and employment rights, or on better financial support during the leave, Article 153 and 157 are combined to form the legal base for this Directive”.