de erkenning van een gemeenschappelijke omschrijving van het begrip basisdienstverlening, in de zin van een basisdienstverlening die elke Europese burger in het land waar hij woont toegang garandeert tot noodzakelijke en kwalitatief hoogwaardige verzorging binnen redelijke termijnen. De lidstaten hebben tot taak inhoud te geven aan deze basisdienst, die moet steunen op het communautaire beginsel van het algemeen belang, en mee te werken aan de tenuitvoerlegging ervan,
recognition of a common concept of basic service to govern the basic service which will enable every European citizen to have access, in his or her country of residence, to necessary and high-quality care within reasonable time limits; it will be the task of the Member States to determine the scope and participate in the implementation of this basic service, which should be based on the Community principle of general interest;