25. merkt op dat het succes van duurzame aquacultuur van een gunstig bedrijfsklimaat op nationaal en/of plaatselijk vlak afhangt, en dat de lidstaten en regionale overheden moeten kunnen rekenen op een degelijk Europees kader voor de evenwichtige ontwikkeling van de sector en de verwezenlijking van zijn volledig potentieel om welvaart en werkgelegenheid tot stand te brengen, met voorrang voor de vissers waarvan de activiteiten aan belang inboeten ;
25. weist darauf hin, dass der Erfolg nachhaltiger Aquakultur davon abhängt, dass auf nationaler und/oder örtlicher Ebene ein günstiges Umfeld für die Unternehmen besteht, wobei die Mitgliedstaaten und die regionalen Behörden über einen angemessenen Gemeinschaftsrahmen für die harmonische Entwicklung des Sektors und die Verwirklichung des gesamten Potenzials, das der Sektor zur Schaffung von Wohlstand und Beschäftigung besitzt, verfügen sollten und wobei die Fischer bevorzugt werden, deren Aktivität rückläufig ist;