1. De aangifte ten uitvoer moet uiterlijk op de laatste dag van de in artikel 28, lid 6, en artikel 29, lid 5, vastgestelde termijnen worden ingediend in de lidstaat waar de betalingsaangifte is aanvaard of, in geval van toepassing van artikel 30 in de lidstaat van opslag.
(1) Die Ausfuhranmeldung ist spätestens am letzten Tag der Fristen gemäß Artikel 28 Absatz 6 und Artikel 29 Absatz 5 in dem Mitgliedstaat vorzulegen, in dem die Zahlungserklärung angenommen worden ist, oder bei Anwendung von Artikel 30 in dem Mitgliedstaat, in dem sich das Lager befindet.