Aangezien de Commissie op de in de richtlijn vastgestelde dag nog geen uitvoeringsbepalingen had ontvangen van de hierboven genoemde lidstaten, werd op 8 augustus 2000 naar elk land een aanmaningsbrief (eerste schriftelijke aanmaning) gestuurd waarin het werd uitgenodigd om binnen twee maanden zijn opmerkingen voor te leggen.
Da bis zu diesem Datum von den oben genannten Mitgliedstaaten keine Umsetzungsvorschriften vorlagen, wurden ihnen am 8. August 2000 Fristsetzungsschreiben (erstes Mahnschreiben) übermittelt, in denen ihnen zwei Monate Zeit gegeben wurde, um sich entsprechend zu äußern.