In de commissie voor de herziening van de Grondwet en voor de institutionele hervormingen bevestigde de Eerste Minister dat « inzake uitzendbureaus [.] de Gewesten bevoegd zijn voor de erkenning van de privé-uitzendbureaus, voor de tijdelijke en interimaire werknemers, alsmede voor de erkenning en de organisatie van de uitzendbureaus door overheidsinstellingen » (Parl. St., Kamer, 1979-1980, nr. 627/10, p. 104).
Im Ausschuss für die Verfassungsrevision und für institutionelle Reformen hat der Premierminister bestätigt, dass « in Bezug auf Leiharbeitsunternehmen [.] die Regionen für die Zulassung der privaten Leiharbeitsunternehmen, für Zeit- und Leiharbeitnehmer sowie für die Zulassung und die Organisation der Leiharbeitsunternehmen durch öffentliche Einrichtungen zuständig sind » (Parl. Dok., Kammer, 1979-1980, Nr. 627/10, S. 104).