In de eerste plaats is hij van mening dat het Gerecht ten onrechte heeft geoordeeld dat de door hem aangevoerde schade niet reëel en vaststaand is, hoewel de voortijdige stopzetting van de visserijactiviteit hem schade heeft berokkend, welke schade bestaat in het verlies van de kans om zijn volledige quotum te vangen.
Erstens habe das Gericht fälschlich angenommen, dass der Schaden, den er geltend mache, nicht tatsächlich und sicher sei, obwohl ihm durch die vorzeitige Beendigung der Fischereitätigkeit insofern ein Schaden dadurch entstanden sei, als er die Chance verloren habe, seine gesamte Quote zu fischen.