Bij vonnis van 25 mei 1999 in zake de procureur des Konings, Gil B., L.B., Giuseppe B., P.G., M.R., A.R., het openbaar centrum voor maatscha
ppelijk welzijn van Charleroi, de n.v. Royale Belge, de Gemeenschappeli
jke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen P & V, P.R., W.P., het Brusselse Hoofdsted
elijke Gewest en de stad Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 juni 1999, heeft de Correctionel
...[+++]e Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil vom 25. Mai 1999 in Sachen des Prokurators des Königs, Gil B., L. B., Giuseppe B., P. G., M. R., A. R., des Öffentlichen Sozialhilfezentrums Charleroi, der Royale Belge AG, der « Caisse commune d'assurance contre les accidents du travail P & V », P. R., W. P., der Region Brüssel-Hauptstadt und der Stadt Brüssel, dessen Ausfertigung am 2. Juni 1999 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Strafgericht Brüssel folgende präjudizielle Frage gestellt :