De Raad besloot dat de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Europese Gemeenschap en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten overeenkomsten (vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en bepaalde handelsovereenkomsten) tot en met 30 april 2001 stilzwijgend mogen worden verlengd of gehandhaafd voor de onderwerpen die niet onder overeenkomsten tussen de EG en de betrokken derde landen vallen en voorzover zij verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke beleidslijnen.
Der Rat beschloß, daß die Bestimmungen der Abkommen zwischen den Mitgliedstaaten und dritten Ländern (Freundschafts-, Handels- und Schiffahrtsverträge sowie bestimmte Handelsabkommen), deren Gegenstand unter die gemeinsame Handelspolitik der Europäischen Gemeinschaft fallen, für diejenigen Bereiche, die nicht von Abkommen zwischen der Gemeinschaft und den betreffenden dritten Ländern erfaßt werden, bis zum 30. April 2001 stillschweigend verlängert oder beibehalten werden können, sofern sie mit den gemeinsamen Politiken vereinbar sind.