De behoefte van de onderneming aan kasmiddelen (eind 1992) bedroeg 1.100 miljoen BEF. Hierin werd voorzien enerzijds door een verhoging van de kredietfaciliteiten bij banken (600 miljoen BEF) en anderzijds door een lening van SWS (500 miljoen BEF).
Der Liquiditätsbedarf des Unternehmens belief sich Ende 1992 auf 1,1 Mrd. BFr., die durch eine Erhöhung der Bankkreditlienien (600 Mio. BFr.) und das SWS-Darlehen (500 Mio. BF) aufgebracht wurden.