De regering voorziet hiertoe in het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende modaliteiten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, een wijziging van de artikelen 34, § 1, en 52, § 1 teneinde in te schrijven dat de zaak d'office op zitting wordt behandeld ten laatste zes maanden na de indiening van het verzoek door de veroordeelde, ongeacht of aan de adviesverplichtingen zijn voldaan.
Die Regierung sieht hierzu in dem Gesetzentwurf zur Abänderung des Strafprozessgesetzbuches und zur Abänderung des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte eine Änderung der Artikel 34 § 1 und 52 § 1 vor, um festzulegen, dass die Rechtssache von Amts wegen in der Sitzung spätestens sechs Monate nach dem Einreichen des Antrags durch den Verurteilten behandelt wird, ungeachtet dessen, ob die Verpflichtungen bezüglich der Stellungnahme erfüllt wurden.