De omstandigheid dat de Grondwet, door middel van de artikelen 10, derde lid, en 11bis, een bijzonder belang toekent aan de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, brengt niet met zich mee dat de « fundamentele tweeslachtigheid van de mens » als een uitgangspunt van de Belgische grondwettelijke orde kan worden aangezien.
Der Umstand, dass die Verfassung mittels der Artikel 10 Absatz 3 und 11bis der Gleichheit zwischen Frauen und Männern eine besondere Bedeutung beimisst, führt nicht dazu, dass die « grundsätzliche Zweigeschlechtlichkeit des Menschen » als ein Ausgangspunkt der belgischen Verfassungsordnung anzusehen wäre.