3. De nationale toezichthoudende instantie beoordeelt de corrigerende maatregelen en de tenuitvoerlegging ervan, zoals vastgesteld door de gecontroleerde organisatie, en aanvaardt deze indien uit de beoordeling blijkt dat zij volstaan om de gevallen van niet-overeenstemming te verhelpen.
(3) Die nationale Aufsichtsbehörde prüft die von der bewerteten Organisation beschlossenen Abhilfemaßnahmen und deren Durchführung und billigt sie, wenn sie zu dem Schluss kommt, dass sie ausreichen, um die nichtkonformen Sachverhalte zu beheben.