4. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 worden de preferentiële regelingen waarin deze verordening voorziet niet overeenkomstig het bepaalde in lid 1, onder f), ingetrokken ten aanzien van producten waarop krachtens de Verordeningen (EG) nr. 384/96 of (EG) nr. 2026/97 van de Raad antidumpingrechten of compenserende maatregelen van toepassing zijn, om de redenen die aan deze maatregelen ten grond liggen.
(4) Unbeschadet des Artikels 11 werden bei Waren, für die auf der Grundlage der Verordnungen (EG) Nr. 384/96 oder (EG) Nr. 2026/97 des Rates Antidumping- bzw. Ausgleichsmaßnahmen gelten, die in dieser Verordnung vorgesehenen Sonderregelungen nicht wegen der Gründe, die diese Maßnahmen rechtfertigen, gemäß Absatz 1 Buchstabe f) zurückgenommen.