Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "beroep aan de bestendige deputatie substantieel blijkt " (Nederlands → Duits) :

Krachtens hetzelfde artikel 380, eerste lid, in initio, moet « onmiddellijk na ontvangst van de betekening van het beroep » het dossier worden neergelegd, zodat de vraag betreffende het al dan niet verplichte karakter, inzake gemeentelijke fiscaliteit, van de betekening van het beroep aan de bestendige deputatie substantieel blijkt te zijn, los van een eventuele feitelijke neerlegging van het dossier ter griffie van het hof van beroep.

Aufgrund desselben Artikels 380 Absatz 1 in initio muss die Akte « unverzüglich nach dem Eingang der Zustellung der Beschwerde » hinterlegt werden, sodass die Frage der gegebenenfalls verpflichtenden Beschaffenheit der Zustellung der Beschwerde an den Ständigen Ausschuss in Bezug auf Gemeindesteuern sich als wesentlich erweist, unabhängig davon, ob die Akte gegebenenfalls bei der Kanzlei des Appellationshofes hinterlegt wurde.


Uit B.10 en B.11.1 vloeit voort dat artikel 7 van de wet van 23 december 1986 en artikel 378 van het WIB 1992, in die zin geïnterpreteerd dat zij inzake gemeentelijke fiscaliteit niet vereisen dat het beroep voor het hof van beroep aan de bestendige deputatie moet worden betekend, tot gevolg hebben - ook al heeft de bestendige deputatie uitspraak gedaan over het bezwaar dat door de auteur van het beroep bij haar is ingediend - dat ...[+++]

Aus dem in B.10 und B.11.1 Erwähnten ergibt sich, dass Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 und Artikel 378 des EStGB 1992, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch in Bezug auf Gemeindesteuern nicht die Zustellung der Beschwerde beim Appellationshof an den Ständigen Ausschuss vorgeschrieben wird, zur Folge haben - obwohl der Ständige Ausschuss über den bei ihm durch den Beschwerdeführer eingereichten Widerspruch geurteilt hat -, dass es dieser Behörde nicht ermöglicht wird, ihre Akte an die Kanzlei des Appellationshofes zu übermitteln, wie es durch Artikel 380 des EStGB 1992 vorgeschrieben wird.


In die interpretatie wordt een verschil in behandeling gemaakt tussen de belastingschuldigen, naargelang zij in rechte treden tegen een provinciale heffing of tegen een gemeentelijke heffing : in het eerste geval doet de neerlegging van het dossier ter griffie van het hof van beroep door de bestendige deputatie van de provincie, ingevolge de betekening aan laatstgenoemde, de termijn van 60 dagen ingaan die het de belastingplichtige mogelijk maakt nieuwe grieven te doen gel ...[+++]

In dieser Auslegung wird ein Behandlungsunterschied zwischen den Steuerschuldnern eingeführt, je nachdem, ob sie gegen eine provinziale Steuer oder gegen eine Gemeindesteuer vorgingen; im ersten Fall laufe durch die Hinterlegung der Akte bei der Kanzlei des Appellationshofes durch den Ständigen Ausschuss der Provinz im Anschluss an die bei ihr erfolgte Zustellung die Frist von 60 Tagen, die es dem Steuerpflichtigen ermögliche, neue Beschwerdegründe anzuführen, während im zweiten Fall die Nichtzustellung an den Ständigen Ausschuss - und somit die Nichthinterlegung der Akte bei der Kanzlei des Appellationshofes durch den Letztgenannten - ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 december 2014 in zake de nv « Etablissements L. Lacroix Fils » tegen de stad Bergen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 december 2014, heeft het Hof van Beroep te Bergen ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Dezember 2014 in Sachen der « Etablissements L. Lacroix Fils » AG gegen die Stadt Mons, dessen Ausfertigung am 22. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt ...[+++]


De vormen en de termijnen van dit beroep evenals de rechtspleging en de voorziening in cassatie, hetzij tegen het arrest van het hof van beroep, hetzij tegen de beslissing van de bestendige deputatie ingeval het hof van beroep niet bevoegd zou zijn, worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen ».

Die auf diese Beschwerde anwendbaren Formen und Fristen sowie das darauf folgende Verfahren und die Kassationsbeschwerde, entweder gegen den Entscheid des Appellationshofes oder gegen den Beschluss des Ständigen Ausschusses, falls der Appellationshof nicht zuständig sein sollte, werden wie in Bezug auf staatliche Einkommensteuern geregelt ».


« Schenden artikel 7 van de wet van 23 december 1986 betreffende de invordering en de geschillen ter zake van provinciale en plaatselijke heffingen en artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, waarnaar het verwijst, in die zin geïnterpreteerd dat zij niet vereisen dat een beroep voor het hof van beroep inzake gemeentelijke heffingen aan de bestendige deputatie moet worden betekend, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre zij, volgens die interpretatie, een verschil in behandeling ...[+++]

« Verstoßen Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 über die Beitreibung und das Streitverfahren in Sachen provinziale und lokale Steuern und Artikel 378 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, auf den er verweist, dahin ausgelegt, dass sie nicht erfordern, dass eine Beschwerde beim Appellationshof in Sachen Gemeindesteuern dem Ständigen Ausschuss zugestellt wird, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, indem sie in dieser Auslegung einen Behandlungsunterschied zwischen den Steuerschuldigen einführen, die gegen eine provinziale oder eine Gemeindesteuer vor Gericht treten, indem in der ersten Hypothese die Akte von der Provin ...[+++]


« Schenden de artikelen 91, 92, 93 en 97 van de wet van 15 maart 1999 alsmede artikel 11 van de wet van 23 maart 1999 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, in tegenstelling tot de mogelijkheid die is voorbehouden aan de belastingplichtigen van Rijksbelastingen om daartegen op te komen bij de directeur, de belastingplichtigen van een lokale belasting die het voorwerp is van een soortgelijk beroep bij de bestendige deputatie dat op 6 april 1999 hangende is gebleven, niet toestaan een dubbele aanleg te verkrijgen, vermits laatstgenoemden ertoe ...[+++]

« Verstossen die Artikel 91, 92, 93 und 97 des Gesetzes vom 15. März 1999 sowie Artikel 11 des Gesetzes vom 23. März 1999 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie - im Gegensatz zu der Möglichkeit, die den Schuldnern von Staatssteuern, welche vor dem Direktor angefochten werden können, geboten wird - den Schuldnern einer Lokalsteuer, die Gegenstand einer ähnlichen, zum 6. April 1999 noch in der Schwebe befindlichen Klage vor dem Ständigen Ausschuss ist, den doppelten Rechtszug vorenthalten, da letztere offensichtlich zur Klageerhebung in erster und letzter Instanz vor dem Appellationshof gemäss dem zum Zeitpunkt der B ...[+++]


« Schenden de artikelen 91, 92, 93 en 97 van de wet van 15 maart 1999 evenals artikel 11 van de wet van 23 maart 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, in tegenstelling tot de mogelijkheid die is voorbehouden aan de belastingplichtigen van Rijksbelastingen om daartegen op te komen bij de directeur, de belastingplichtigen van een lokale belasting die het voorwerp is van een soortgelijk beroep bij de bestendige deputatie dat op 6 april 1999 hangende is gebleven, niet toestaan een dubbele aanleg te verkrijgen, vermits ...[+++]

« Verstossen die Artikel 91, 92, 93 und 97 des Gesetzes vom 15. März 1999 sowie Artikel 11 des Gesetzes vom 23. März 1999 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie - im Gegensatz zu der Möglichkeit, die den Schuldnern von Staatssteuern, welche vor dem Direktor angefochten werden können, geboten wird - den Schuldnern einer Lokalsteuer, die Gegenstand einer ähnlichen, zum 6. April 1999 noch in der Schwebe befindlichen Klage vor dem Ständigen Ausschuss ist, den doppelten Rechtszug vorenthalten, da letztere offensichtlich zur Klageerhebung in erster und letzter Instanz vor dem Appellationshof gemäss dem zum Zeitpunkt der B ...[+++]


De « diskwalificatie » van het beroep bij de bestendige deputatie is verantwoord door het feit dat « in de praktijk het onderzoek van de bezwaren door de bestendige deputatie was toevertrouwd aan ambtenaren van het provinciale bestuur en dat, door het toekennen van een administratief karakter aan het bezwaar voor de bestendige deputatie, de wetgever enkel de bestaande situatie bevestigt ».

Die « Disqualifizierung » der Beschwerde beim ständigen Ausschuss sei durch den Umstand gerechtfertigt worden, dass « in der Praxis die Prüfung der Beschwerden durch den ständigen Ausschuss Beamten der Provinzialverwaltung anvertraut wurde und dass der Gesetzgeber, indem er der Beschwerde vor dem ständigen Ausschuss einen Verwaltungscharakter verleiht, lediglich die bestehende Situation durch das Gesetz bestätigt ».


Uit de vergelijking van de regels die betrekking hebben op de administratieve procedure van het beroep voor de bestendige deputatie en die welke betrekking hebben op de jurisdictionele procedure voor het rechtsprekend college blijkt dat aan de Waalse en de Vlaamse gemeenten, alsmede aan hun belastingplichtigen, fundamentele waarborgen worden ontzegd.

Der Vergleich der Regeln für das administrative Einspruchsverfahren vor dem ständigen Ausschuss mit demjenigen des Rechtsprechungsverfahrens vor dem rechtsprechenden Kollegium zeige, dass den wallonischen und flämischen Gemeinden sowie ihren Steuerpflichtigen grundlegende Garantien versagt blieben.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'beroep aan de bestendige deputatie substantieel blijkt' ->

Date index: 2024-11-11
w