Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "beschermde persoon voorziet wanneer diens " (Nederlands → Duits) :

Ofschoon de werknemer die personen of instellingen die cliënten zijn of kunnen worden, niet bezoekt, of die niet bestendig als handelsvertegenwoordiger optreedt, geen aanspraak kan maken op de uitwinningsvergoeding waarin artikel 101 van de wet van 3 juli 1978 voorziet wanneer diens arbeidsovereenkomst na een tewerkstelling van minstens één jaar wordt beëindigd door de werkgever zonder dringende reden of door hemzelf om een dringende reden, kan hij aanspraak maken op de opzeggingstermijnen of ...[+++]

Obwohl ein Arbeitnehmer, der Personen oder Einrichtungen, die Kunden sind oder werden können, nicht besucht, oder der nicht beständig als Handelsvertreter auftritt, nicht Anspruch auf die in Artikel 101 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 vorgesehene Ausgleichsabfindung erheben kann, wenn dessen Arbeitsvertrag nach einer Beschäftigung von mindestens einem Jahr durch den Arbeitgeber ohne schwerwiegenden Grund oder durch ihn selbst aus einem schwerwiegenden Grund beendet wird, kann er Anspruch auf die Kündigungsfristen oder Entlassungsentschädigungen erheben, die in Kapitel IV des Gesetzes vom 3. Juli 1978 vorgesehen sind.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake R.S. en M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg heeft dat : - een nieuwe gew ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Februar 2015 in Sachen R.S. und M.S., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass ...[+++]


Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg zou hebben dat « een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, bij overlijden van de adoptant, daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer diens beide ouders nog in leven z ...[+++]

Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung zur Folge habe, dass « eine neue einfache Adoption völlig unmöglich ist im Falle einer volljährigen Person mit einem auf einer Volladoption beruhenden Abstammungsverhältnis, wenn der Adoptierende verstorben ist, während bei einer volljährigen Person mit einem ursprünglichen Abst ...[+++]


Het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij niet in een wettelijke vertegenwoordiging « ad hoc » van de beschermde persoon voorziet wanneer diens belangen tegengesteld zijn aan die van de voorlopige bewindvoerder.

Im zweiten Teil der präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob die betreffende Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern sie keine gesetzliche « ad hoc »-Vertretung der geschützten Person, deren Interessen denjenigen des vorläufigen Verwalters entgegengesetzt seien, vorsehe.


De verwijzende rechter vraagt of die bepaling bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie dat zij niet voorziet in de toekenning van een rechtsplegingsvergoeding aan een advocaat in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder van een beschermde persoon die in het gelijk wordt gesteld in een procedure waarin hij zelf de belangen van de beschermde persoon heeft verdedigd.

Der vorlegende Richter fragt, ob diese Bestimmung mit dem in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung vereinbar sei, wenn sie dahin ausgelegt werde, dass sie nicht die Gewährung einer Verfahrensentschädigung zugunsten eines Rechtsanwaltes vorsehe, der in seiner Eigenschaft als vorläufiger Verwalter einer geschützten Person in einem Verfahren, in dem er selbst die Interessen der geschützten Person vertreten hat, obsiegt.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 18 december 2014 in zake Mr. F. Van Vlaenderen, handelend in zijn hoedanigheid van voogd van N.Y., tegen Famifed (voorheen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van een gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grond ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 18. Dezember 2014 in Sachen RA F. Van Vlaenderen, handelnd in seiner Eigenschaft als Vormund von N.Y., gegen Famifed (vormals Landesamt für Familienbeihilfen zugunsten von Lohnempfängern), dessen Ausfertigung am 12. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Gent, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestell ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 31 oktober 2014 in zake An Ruyters tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2014, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 42, § 2, 2°, van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd door artikel 7 van het decreet van 8 juli 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 31. Oktober 2014 in Sachen An Ruyters gegen die Flämische Region, dessen Ausfertigung am 10. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das niederländischsprachige Gericht erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 42 § 2 Nr. 2 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen ...[+++]


Door deze procedure wordt zeker gesteld dat de aan de beschermde persoon geboden bescherming wordt gehandhaafd wanneer de beschermde persoon naar een andere lidstaat verhuist, zelfs wanneer deze persoon er niet in is geslaagd de bevoegde autoriteit van de lidstaat van erkenning te vinden of te bereiken.

Durch dieses Verfahren soll gewährleistet werden, dass der der gefährdeten Person gewährte Schutz in jedem anderen Mitgliedstaat aufrecht erhalten wird, in den sich die gefährdete Person begibt, auch wenn es dieser Person nicht möglich war, die zuständige Behörde in dem Anerkennungsmitgliedstaat ausfindig zu machen oder sich mit ihr in Verbindung zu setzen.


2. Elke lidstaat zorgt er tevens voor dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer, als gevolg van gebrekkig toezicht of gebrekkige controle door een in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, een in artikel 5 bis, leden 1 en 3, en artikel 5 ter genoemd misdrijf ten voordele van die rechtspersoon kon worden gepleegd door een natuurlijke persoon die onder diens ...[+++]

(2) Jeder Mitgliedstaat stellt auch sicher, dass eine juristische Person verantwortlich gemacht werden kann, wenn mangelnde Überwachung oder Kontrolle durch eine in Absatz 1 genannte natürliche Person die Begehung einer der in Artikel 5a Absätze 1 und 3 sowie Artikel 5b genannten Straftaten zugunsten der juristischen Person durch eine ihr unterstellte natürliche Person ermöglicht hat.


Rechtspersonen moeten aansprakelijk worden gesteld voor haatuitingen van een persoon die in de rechtspersoon een leidende positie bekleedt of wanneer als gevolg van gebrekkig toezicht door die persoon gelegenheid is gegeven tot haatuitingen van een persoon die onder diens gezag staat.

Juristische Personen müssen für Hassreden einer Person verantwortlich gemacht werden können, die eine Führungsposition innerhalb der juristischen Person innehat, oder wenn mangelnde Überwachung durch eine solche Person die Hassrede einer ihr unterstellten Person ermöglicht hat.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'beschermde persoon voorziet wanneer diens' ->

Date index: 2024-08-10
w