2. onderstreept de afschaffing van de classificatie van verplichte en niet-verplichte uitgaven krachtens het Verdrag van Lissabon; benadrukt echter dat een groot gedeelte van de begroting nog altijd als verplichte uitgave aangemerkt moet worden vanwege de meerjarenprogrammering en -wetgeving; wijst erop dat, hoewel de financiering dientengevolge gegarandee
rd is, de begroting tevens minder flexibel geworden is; merkt op dat als gevolg hiervan nieuwe prioriteiten slechts gefinancierd kunnen worden door middel van nieuwe fondsen of door een herschikking van de pri
oriteiten binnen de bestaande ...[+++] programma’s en bestedingsniveaus; benadrukt daarom de grotere noodzaak om toereikende marges in de verschillende categorieën van de initiële begrotingscijfers te hanteren om zo ruimte te bewaren voor de prioriteiten van het Parlement; 2. stellt die Abschaffung der Unterscheidung zwischen obligatorischen und nichtobligatorischen Ausgaben im Vertrag von Lissabon heraus; betont jedoch, dass ein großer Teil der Haushaltsmittel aufgrund der Mehrjahresprogrammplanung und von Rechtsvorschriften weiterhin obligatorische Ausgaben sein müssen; verweist darauf, dass der Haushaltsplan auch star
rer und inflexibler geworden ist, obwohl die Finanzierung auf diese Art und Weise gesichert ist; stellt fest, dass infolgedessen neue Prioritäten nur mit neuem Geld oder durch Setzung ande
rer Schwerpunkte in bestehenden Programme ...[+++]n und bei der Ausgabenhöhe finanziert werden können; unterstreicht daher, dass die Gewährleistung ausreichender Margen bei den einzelnen Rubriken der vorläufigen Haushaltsdaten dringend geboten ist, damit Spielraum für die Prioritäten des Parlaments bleibt;