125. Het is juist dat op basis van ove
rweging 110 van het besluit van 3 juli 2014 - waarin is aangegeven dat de elementen om
van staatssteun te kunnen spreken ten laatste aanwezig waren
toen het konink
lijk besluit van 10 oktober 2011 werd aangenomen, maar dat het voordeel dat werd gecreëerd door de in het hoofdgeding aan de orde zijnde garantie
regeling al bestond vanaf ...[+++] het ogenblik dat de Belgische regering op 10 oktober 2008 aankondigde dat deze maatregel in het leven zou worden geroepen - niet ondubbelzinnig kan worden bepaald op welk ogenblik de in het hoofdgeding aan de orde zijnde garantieregeling volgens de Commissie tot uitvoering is gebracht.125. Zwar lässt sich anhand des 110. Erwägungsgrundes des Beschlusses vom 3. Juli 2014 - in dem ausgeführt wird, dass die konstitutiven Merkmale einer staatlichen Beihilfe spätestens mit Annahme des Königliche
n Erlasses vom 10. Oktober 2011 gegeben gewesen seien, der mit der im Ausgangsverfahren in Rede stehenden Garantieregelung geschaffene Vorteil jedoch bereits seit der Ankündigung zur Einführung dieser Maßnahme durch die belgische Regierung a
m 10. Oktober 2008 bestanden habe - nicht eindeu ...[+++]tig bestimmen, welchen Zeitpunkt die Kommission als den Zeitpunkt der Durchführung der im Ausgangsverfahren in Rede stehenden Garantieregelung ansieht.