18. merkt op dat hindernissen voor de integratie van onderdanen van derde landen actief uit de weg moeten worden geruimd, zoals in het programma van Den Haag wordt verklaard, en roept op tot betere coördinatie van het nationale integratiebeleid en van EU-initiatieven op dit vlak; gemeenschappelijke basisbeginselen voor een coherent Europees kader voor integratie dienen rekening te houden met het feit dat integratie:
18. stellt fest, wie dies im Haager Programm erklärt wird, dass Integrationshindernisse für Drittstaatsangehörige beseitigt werden müssen, und fordert, dass die Integrationspolitik in den verschiedenen Mitgliedstaaten und die entsprechenden Initiativen der Europäischen Union besser koordiniert werden müssen; die gemeinsamen Grundprinzipien für einen stimmigen europäischen Rahmen für die Integration sollten berücksichtigen, dass Integration