Daar de in het geding zijnde be
palingen in die zin dienen te worden geïnterpreteerd dat zij de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld in een geschil voor de burgerlijke rechter op grond van artikel 146bis juncto artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek, niet beletten te worden veroordeeld tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding ten gunste van de personen die een bero
ep hebben ingesteld tegen zijn beslissing om het voltrekken van het huwelijk te weigeren, is het in de prejudiciële vraag aangehaalde
...[+++]verschil in behandeling onbestaande ».
Da die fraglichen Bestimmungen in dem Sinne auszulegen sind, dass sie nicht verhindern, dass ein Standesbeamter, der in einer Streitsache vor dem Zivilrichter aufgrund von Artikel 146bis in Verbindung mit Artikel 167 des Zivilgesetzbuches unterliegt, zur Zahlung einer Verfahrensentschädigung zugunsten der Personen, die eine Klage gegen seinen Beschluss zur Verweigerung der Vornahme der Trauung eingereicht haben, verurteilt wird, besteht der in der Vorabentscheidungsfrage angeführte Behandlungsunterschied nicht ».