Tijdens de parlementaire voorbereiding betreffende het in het geding zijnde artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek werd herhaaldelijk het voornemen van de wetgever vermeld om een wetgeving aan te nemen met betrekking tot de verhaalbaarheid van de kosten en de erelonen van een advocaat voor de Raad van State (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/1, p. 3; ibid., nr. 3-1686/5, pp. 26 en 30).
Während der Vorarbeiten bezüglich des fraglichen Artikels 1022 des Gerichtsgesetzbuches wurde mehrfach die Absicht des Gesetzgebers erwähnt, Rechtsvorschriften über die Rückforderbarkeit der vor dem Staatsrat entstandenen Rechtsanwaltshonorare und -kosten anzunehmen (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/1, S. 3; ebenda, Nr. 3-1686/5, SS. 26 und 30).