De omstandigheid dat
de advocaat van de verzoekende partij bij wie deze geen woonplaats
heeft gekozen niet door de griffie wordt ingelicht over de kennisgeving van de memorie v
an antwoord die aan zijn cliënt is gedaan - terwijl zulks in een gerechtelijke procedure het geval zou zijn, zoals de verzoekende
partij voor de Raad van ...[+++]State staande houdt - vloeit bovendien niet voort uit de toepassing van artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad
van State, maar wel uit de toepassing van artikel 7 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad
van State, dat, hoewel het de procedure vaststelt voor het overzenden van de memorie van antwoord aan de verzoeker en de termijn bepaalt voor het indienen van de memorie van wederantwoord, niet bepaalt dat de advocaat van de verzoeker daarvan door de griffie op de hoogte wordt gebracht.
Der Umstand, dass der Rechtsa
nwalt der klagenden Partei, die bei diesem kein Domizil erwählt hat, nicht durch die Kanzlei über die an seinen Mandanten erfolgte Notifikation des Erwiderungsschriftsatzes in Kenntnis gesetzt wird - während dies, wie die klagende Partei vor dem Staatsrat geltend macht, in einem Gerichtsverfahren der Fall wäre -, ist übrigens nicht auf die Anwendung von Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat zurückzuführen, sondern auf die Anwendung von Artikel 7 des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsabteilung des Staatsrats; dieser Artikel regelt
...[+++]zwar das Verfahren für die Übermittlung des Erwiderungsschriftsatzes an den Kläger und legt die Frist für das Einreichen des Gegenerwiderungsschriftsatzes fest, sieht aber nicht vor, dass der Rechtsanwalt des Klägers darüber durch die Kanzlei in Kenntnis gesetzt wird.