De aangevochten bepalingen doen geen afbreuk aan de rechten van kandidaten om zich verkiesbaar te stellen, verkozen te worden en zitting te nemen in de parlementaire vergaderingen, en mogen niet zo worden begrepen dat zij afbreuk zouden doen aan de parlementaire immuniteit gewaarborgd bij artikel 58 van de Grondwet.
Die angefochtenen Bestimmungen beeinträchtigen nicht die Rechte der Kandidaten, zu kandidieren, gewählt zu werden und in den parlamentarischen Versammlungen zu tagen, und dürfen nicht so verstanden werden, dass sie die durch Artikel 58 der Verfassung gewährleistete parlamentarische Immunität beeinträchtigten.