(...) II. In rechte 1. De raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Namen heeft aan het Hof een prejudiciële vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging en van artikel 8quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934 houdende reglement op de beoefening der tandheelkunde, in zoverre zij de beoefenaars v
an de tandheelkunde elke vorm van reclame en het aanbrengen van een niet-lichtgevend uithangbord ver
bieden, waardoor te hunnen aanzien ...[+++] een verschil in behandeling wordt ingevoerd dat discriminerend zou zijn ten opzichte van de andere beoefenaars van de geneeskunst, met name de geneesheren en de apothekers, en de leden van andere vrije beroepen.
(...) II. Rechtliche Würdigung (...) 1. Die Ratskammer des Gerichts erster Instanz Namur hat dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zur Vereinbarkeit von Artikel 1 des Gesetzes vom 15. April 1958 über die Werbung in Sachen Zahnbehandlung und Artikel 8quinquies des königlichen Erlasses vom 1. Juni 1934 zur Regelung der Ausübung der Zahnheilkunde mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung gestellt, insofern sie den Fachkräften der Zahnheilkunde jede Form der Werbung und die Anbringung eines nichtleuchtenden Aushängeschilds u
ntersagten, wodurch ihnen gegenüber ein Behandlungsunterschied eingeführt werde, der im Verhältnis zu den and
...[+++]eren Fachkräften der Heilkunst, insbesondere Ärzten und Apothekern, und den anderen Freiberuflern diskriminierend wäre.