(32) Wanneer een lidstaat heeft besloten een onderdaan van een derde land die aan de in deze richtlijn neergelegde criteria voldoet, toe te laten, moet aan die onderdaan een specifieke verblijfsvergunning (een vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon) worden afgegeven, op grond waarvan de houder onder bepaalde voorwaarden zijn opdracht mag uitoefenen in verschillende entiteiten van dezelfde transnationale onderneming, met inbegrip van in een andere lidstaat gevestigde entiteiten.
(21) Hat ein Mitgliedstaat die Zulassung eines Drittstaatsangehörigen, der die Kriterien dieser Richtlinie erfüllt, beschlossen, so ist diesem ein besonderer Aufenthaltstitel – der sogenannte Aufenthaltstitel für konzernintern entsandte Arbeitnehmer – zu erteilen, der ihn berechtigt, seinen Entsendungsauftrag unter bestimmten Bedingungen in mehreren, zum gleichen transnationalen Unternehmen gehörenden Niederlassungen, die auch in anderen Mitgliedstaaten ansässig sein können, zu erfüllen.