6. erkent dat vrede en veiligheid doorslaggevende factoren waren voor de kandidaat-landen om toe te treden tot de Europese Unie en dat, om die reden, de Europese Unie een bijzondere verantwoordelijkheid draagt met betrekking tot de versteviging van de transatlantische banden, en met name de betrekkingen tussen de EU en de NAVO, overeenkomstig haar resoluties van 10 april en 15 mei 2002, om de legitieme verwachtingen van de bevolking van die landen niet te beschamen;
6. erkennt an, dass die Aspekte des Friedens und der Sicherheit bei der Entscheidung der Bewerberländer, der Europäischen Union beizutreten, von entscheidender Bedeutung gewesen sind, und dass der Europäischen Union in Bezug auf die Stärkung der transatlantischen Beziehungen, insbesondere der Beziehungen zwischen der EU und der Nato, daher eine besondere Verantwortung zukommt, wie es in seinen Entschließungen vom 10. April und 15. Mai 2002 betont, um die rechtmäßigen Erwartungen der Menschen in diesen Ländern nicht zu enttäuschen;